Rider Waite Tarot

X - THE WHEEL OF FORTUNE

Net zoals bepaalde andere kaarten (met name Dood) is het Rad van Fortuin ontleend aan een middeleeuws zinnebeeld. De kerk beschouwde Trots als de allerergste zonde, omdat deze Christus naar de achtergrond verdringt. Heel instructief in dit verband was het denkbeeld van een machtige vorst die ten val werd gebracht. In veel versies van de koning Arthur-legende aanschouwt de koning aan de vooravond van zijn laatste veldslag in een droom het visioen van een machtige koning, zittend op een rad. Plotseling begint de godin Fortuna het rad te draaien en de koning wordt eronder verpletterd. Hierdoor ontnuchterd realiseert Arthur zich dat ongeacht hoeveel wereldlijke macht we verwerven, ons lot te allen tijde in Gods handen ligt. De Visconti-kaart illustreert deze gedachtegang op pakkende wijze.

Nu zou het ons kunnen voorkomen dat deze moralistische strekking moeilijk terug te vinden is in de krachtige en mysterieuze symbolen die ons aankijken op de Waite-Smith-kaart en de Oswald Wirth-versie. Maar Fortuna en haar stralend rad hebben een merkwaardige geschiedenis achter de rug. Om te beginnen dateert dit middeleeuwse beeld uit een veel eerder tijdperk, toen Fortuna nog de Grote Godin vertegenwoordigde. Elk jaar, rond midwinter, werd de koning door de priesteressen geofferd; door de dood van het jaar aldus na te volgen onderwierpen ze zich aan de macht van de Godin en door een nieuwe koning te kiezen herinnerden ze haar er op subtiele wijze nog eens aan de lente uit de winter te laten voortkomen. Dit was namelijk in de ogen van de mensen uit die tijd, die niet in `natuurwetten' zoals de zwaartekracht geloofden, geenszins vanzelfsprekend. Het Rad symboliseerde zodoende oorspronkelijk zowel het mysterie van de natuur als het menselijke vermogen om door middel van rituele offers deel te nemen aan dit mysterie. Merk op dat de kaart recht onder de Keizerin ligt, het zinnebeeld van de Grote Moeder zelf.

Tegen de Middeleeuwen had het Rad zijn oorspronkelijke betekenis verloren. Het betekende nog niet dat het niet langer het mysterie van het leven aanduidde. In Thomas Malory's bewerking van het koning Arthur-verhaal vinden we bijvoorbeeld de suggestie dat het Rad de willekeurige wendingen van het `geluk' symboliseert. Waarom worden sommigen rijk en blijven anderen arm? Waarom komt een eens machtige koning ten val en komt er een andere aan de macht? Wie of wat oefent invloed uit op het draaiende levenswiel? Malory zegt dat `geluk', ogenschijnlijk betekenisloze voor- en tegenspoed, in wezen een rookgordijn voor het lot is, dat wil zeggen de bestemming die God voor elk individu in petto heeft om redenen die Hij slechts kan weten. Omdat we deze redenen niet kunnen inzien, wijten we de gebeurtenissen in iemands leven aan het geluk, maar ze maken in wezen slechts deel uit van Gods plan.

Met het Rad belanden we daarom bij de hamvraag hoe en waarom alles in het universum gebeurt. Hoe komt het dat de zon schijnt? Brandende elementen, ja, maar wat maakt dat deze branden? Wat is de oorsprong van atoomenergie? Waarom moet de lente altijd op de winter volgen? Hoe werkt de zwaartekracht en waarom? Als we hier verder op ingaan, ontdekken we dat het lot ook een illusie is, die het feit verdoezelt dat wij met onze beperkte mentale vermogens geen innerlijk verband kunnen leggen tussen alles wat plaatsvindt. `Oh', zeggen we, `dat is nu eenmaal zo', een holle frase, omdat we gewoonweg de betekenis van het lot niet kunnen begrijpen. De dingen gebeuren niet zomaar, ze gebeuren ergens door. De macht om invloed op de gebeurtenissen uit te oefenen en leven, vorm en doel aan het universum te geven is, volgens Malory, voorbehouden aan de Heilige Geest, die in de materiële wereld huist als een aanwezigheid in de Graal ( Bekers Aas). (Zoals ook de Sjechina lichamelijk binnen het door de voorhang afgesloten heiligdom van de tempel in Jeruzalem verbleef).

We stuiten dan op de waarheid dat zowel de schijnbaar toevallige gebeurtenissen in het leven als de zgn. `wetten' van het materiële universum mysteries zijn, die in ons het besef kunnen wekken van de geestelijke kracht die werd aangetrokken door de opgeheven arm van de Magiër en zich manifesteerde in de natuurlijke wereld van de Keizerin. Heel veel mystici en sjamanen hebben verklaard dat hun visioenen lieten zien hoe alles met elkaar is verbonden, hoe de geest het gehele universum verenigt. Het zou misschien mogelijk zijn om dit geweldige schema te overzien en te begrijpen, ware het niet dat ons leven te kort is. Ons korte leven vernauwt onze blik op de wereld tot zo'n minuscuul stukje dat het leven zinloos lijkt.

Dat het Rad voor het mysterie van het lot staat, blijkt duidelijk uit de moderne Waite-Smith-versie van de kaart, vooral als we hierbij in ogenschouw nemen dat ze precies halverwege de Grote Arcana ligt. Als we het Rad uit de Rider-editie naast de Wereld leggen, zien we onmiddellijk een verband tussen beide. Op de ene kaart zien we een Rad omringd door symbolen; op de andere een zegekrans rond de figuur van een Danseres, die de waarheid achter deze symbolen belichaamt. Nog frappanter is het dat we dezelfde vier dieren in de hoeken van beide kaarten aantreffen, waarbij de mythologische wezens van de tiende kaart in de Wereld tot werkelijke wezens zijn getransformeerd.

Halverwege dus krijgen we een beeld van de innerlijke betekenis van het leven; aan het eind is dit beeld verwerkelijkt en belichaamd in ons eigen wezen.

Ook in India werd de koning elk jaar aan de Godin geofferd. Toen de patriarchale Ariërs een eind maakten aan deze praktijk, werd het beeld van het jaar als een draaiend rad een nog machtiger symbool van de nieuwe godsdienst. Het altijd draaiende Levenswiel illustreerde de wetten van het karma, de beslissende factor in de kringloop van wedergeboorten. Karma is in zekere zin een andere verklaring voor het lotsmysterie. Door onze handelingen in het ene leven bepalen we ons eigen lot in het volgende, zodat wanneer we een heleboel slechte daden op ons geweten hebben, er in ons onsterfelijke zelf een soort geestelijke behoefte aan straf ontstaat. Als het tijd is voor een volgende incarnatie, kiezen we dan onvermijdelijk een lage kaste of een ziekelijk lichaam uit. (Deze eenvoudige psychologische verklaring van karma is misschien meer op het boeddhisme dan op het hindoeïsme gebaseerd.)

Weer belet ons beperkte bewustzijn ons dat we direct de waarheid achter het Rad van Fortuin, of karma, ervaren. Toen Boeddha werd verlicht, kon hij zich elk moment van al zijn vorige levens herinneren. De herinnering was misschien wel de verlichting. Dankzij een volledig bewustzijn kon hij zien dat al die levens slechts vormen waren, gecreëerd door zijn verlangens. Op het moment dat hij deze verlangens kon opheffen, werd hij van het Wiel verlost. We zouden kunnen zeggen dat verlichting betekent dat we door de uiterlijke gebeurtenissen heen kunnen kijken en de geest ontwaren die achter alle uiterlijkheden aanwezig is - de Heilige Geest in het Rad van Fortuin.

Even veelbetekenend is het dat koning Arthur het Rad van Fortuin in een droom aanschouwt. Of we de kaart nu als het midden van de Grote Arcana beschouwen of als een van de stappen die nodig is om de tweede serie te voltooien, maakt niet veel uit. Het Rad is en blijft een beeld dat ons door het onbewuste wordt ingegeven. De Heremiet heeft zich afgekeerd van de uiterlijke wereld. Hij heeft echt geluisterd en echt gezien. Als gevolg hiervan toont het onbewuste hem een beeld van het leven: een draaiend rad vol symbolen.

Het Levenswiel wordt pas zichtbaar als we er afstand van kunnen nemen. We zien er slechts de gebeurtenissen onmiddellijk voor en achter ons op afgebeeld, de dagelijkse beslommeringen die ons ego zo belangrijk vindt. Als we ons terugtrekken, kunnen we het gehele patroon overzien. Psychologisch kunnen we dit beeld beschouwen als dat van iemand die de balans van zijn leven opmaakt en inziet welke richting het is opgegaan. Op een hoger niveau blijft dit beeld mysterieus en symbolisch. We kunnen zien hoe we het er in ons leven vanaf hebben gebracht, maar het lot is en blijft een mysterie.

De symbolen op het Rad hebben allemaal een speciale betekenis; ze helpen ons de waarheid achter de beelden te begrijpen. Niettemin ervaren we niet de volle levende kracht. Het licht van het onbewuste blijft verborgen.

Het is ook veelbetekenend dat Malory een verband legt tussen het Rad van Fortuin en de Heilige Graal. De graalsymbolen, die tevens de symbolen van de Kleine Arcana zijn, dateren namelijk waarschijnlijk uit de tijd dat het jaarlijkse vorstenoffer nog werd gebracht. Wanneer een kandidaat die in de oude Egyptische mysteriën werd ingewijd zijn `visioen' van de innerlijke geheimen van de cultus ontving, bestond deze hoogstwaarschijnlijk uit vier symbolen: beker, zwaard, staf en pentakel, die hem met groot mystiek ceremonieel werden getoond. Verder bestaan de voornaamste voorwerpen die in de rituele magie worden gebruikt, en afgebeeld zijn op de tafel van de Magiër, uit dezelfde vier symbolen, oftewel de kleuren van de Kleine Arcana.

Hoewel we de vier symbolen niet direct op de tiende kaart zien, zien we toch twee van de vele parallelsymbolen die er bestaan. De in de hoeken van de kaart afgebeelde vier wezens zijn ontleend aan het visioen van Ezechiël (1:10). Ze komen ook voor in Openbaringen (4:7). Oorspronkelijk representeerden deze vier figuren de vier `vaste' tekens van de Babylonische astrologie: Leeuw, Schorpioen, Waterman en Stier. De vroege christenen identificeerden ze met de vier evangelisten, om welke reden we ze boeken zien vasthouden. Soms ook wel de `hemelbewakers' genoemd, zijn ze voorts de vier basiselementen van de oude en middeleeuwse wetenschap gaan symboliseren. Van rechtsbeneden, tegen de klok, zijn dat vuur, water, lucht en aarde; deze elementen corresponderen eveneens met Staven, Bekers, Zwaarden en Pentakels. Als de vier vaste tekens roepen de vier dieren het beeld van de gehele dierenriem op. De dierenriem is de cirkelvormige baan die volgt uit de schijnbare beweging van de zon door het jaar heen en is zodoende het Grote Wiel van het zichtbare universum. De elementen en de tekens samen staan dus voor de materiële wereld, opnieuw als een mysterie dat we slechts kunnen begrijpen door de geheime waarheden te leren kennen.

Het andere verband met de vier elementen vinden we in de uit vier letters bestaande naam van God in de buitenrand van het Rad. Als we van rechtsboven en tegen de klok in lezen, zijn deze vier letters: Yod, Heh, Vav, Heh. Omdat deze naam in de Torah zonder klinkers verschijnt (de vier letters zijn alle medeklinkers), is hij niet uit te spreken; daardoor blijft Gods `echte' naam een geheim. Ten minste tweeduizend jaar lang hebben de joden en christenen een magische waarde aan deze naam toegekend. Mystici gebruiken het in hun meditatie (Abulafia's extatische derde graad van de kabbala was het resultaat van een voortdurende bezinning op Gods naam). Magiërs manipuleren de letters op allerlei manieren. De kabbalisten beschouwen de vier letters als het voornaamste symbool van de mysteriën van de wereld. Men dacht dat de schepping van het universum in vier stadia was verlopen, die met de vier letters overeenkwamen. En de letters zijn eveneens te betrekken op de vier elementen, de Graalsymbolen en de Kleine Arcana. De Romeinse letters tussen de Hebreeuwse vormen een anagram. Van bovenaf en met de klok mee gelezen zien we het woord TARO; tegen de klok in gelezen staat er TORA (vergelijk de boekrol van de Hogepriesteres). We vinden ook de woorden ROTA, hetgeen in het Latijn `wiel' betekent, ORAT = spreekt (Lat.) en ATOR, een Egyptische godin (ook wel als `Hathor' gespeld). Paul Foster Case, een spirituele volgeling van MacGregor Mathers, de medestichter van de Golden Dawn, heeft hier de volgende zin uit geconstrueerd: `ROTA TARO ORAT TORA ATOR.' Case noemt dit `de wet der letters'. Omdat Ator in Egypte meestal werd beschouwd als de godin der doden, is dit eigenlijk de `wet' van het eeuwige leven die in de natuurlijke wereld ligt besloten. Hoewel het lichaam sterft, leeft de ziel voort. Case wijst er ook op dat de getalwaarde van de Hebreeuwse letters TARO 671 is en dat als we hier 26, de getalwaarde van de vierletterige naam van God (`Tetragrammaton' genoemd), bij optellen, we het getal 697 krijgen. Gereduceerd levert dit getal 22 op, het aantal letters in het Hebreeuwse alfabet - en het aantal kaarten van de Grote Arcana. En 22 kan natuurlijk weer tot 4 worden teruggebracht.

De vier symbolen die afgebeeld worden op de spaken van het Wiel zijn ontleend aan de alchemie. Van boven naar beneden en met de klok mee zijn dit kwikzilver, zwavel, water en zout. Deze hebben betrekking op de transformatie, het alchemistische doel van de tweede serie kaarten. Water is het symbool van oplossing, dat wil zeggen het oplossen van het ego met het doel het ware zelf te bevrijden uit een gevangenis van gewoonten, angsten en onzekerheid. Wat dit precies inhoudt, zullen we zien wanneer we Dood en Matiging aan een nadere beschouwing onderwerpen.

Het idee van dood en wedergeboorte wordt eveneens gesymboliseerd door de wezens die het Rad opluisteren. De slang vertegenwoordigt Set(h), de Egyptische god van het kwaad en de legendarische brenger van de dood in het universum. Hij is het die Osiris, de god van het leven, doodt. Zeer waarschijnlijk kwam deze legende, net als het Rad zelf, uit de koningofferpraktijk van vroegere eeuwen voort, temeer wanneer we bedenken dat Set ooit een goddelijke held was en dat de slang gewijd was aan de Godin, voor wie het offer was bestemd. De slang volgt de benedenwaartse richting van het Rad; de jakhalskoppige man die omhooggaat is Anoebis, de gids van de dode zielen, en dus de gever van nieuw leven. Nu is volgens enkele legenden Anoebis de zoon van Set; hieruit kunnen we opmaken dat slechts de dood nieuw leven kan brengen en derhalve dat angst voor de dood tekenend is voor een beperkt bewustzijn. Psychologisch gezien kan slechts de dood van het uiterlijke zelf de levensenergie van het innerlijke bevrijden.

De sfinx boven op het Rad stelt Horus voor, de zoon van Osiris en god van de opstanding. Het leven heeft over de dood gezegevierd. Maar de sfinx duidt ook, zoals we bij de Wagen hebben gezien, op het mysterie van het leven. De Wagen beheerste het leven door een heel sterk ego. Nu is de sfinx boven op het Rad aangeland. Als we het onbewuste laten spreken, zullen we (iets van) het grote geheim van het leven aanvoelen, iets wat belangrijker is dan de eindeloze rondgang van schijnbaar zinloze gebeurtenissen.

Set, de slang, werd ook wel de god van het duister genoemd. Zoals ik al eerder heb opgemerkt, is het een vergissing om te menen dat duisternis het `kwaad' vertegenwoordigt. Angst voor duisternis vindt, net als angst voor de dood, haar oorsprong in het ego, dat net zo zeer op het licht is gesteld als het onbewuste op de duisternis. In het licht lijkt alles eenvoudig en onmiskenbaar; het ego kan zich bezighouden met de zintuiglijke indrukken van de uiterlijke wereld. Als de duisternis invalt, begint het onbewuste zich te roeren. Daarom zien kinderen `s nachts monsters. Een belangrijke reden waarom we het uiterlijke zelf zo sterk maken, is dat we dan niet elke keer als het licht uitgaat demonen in de ogen staren.

Wie echter voorbij het stadium van de Wagen wenst te geraken, moet deze verschrikkingen onder ogen zien. Slangen en water, duisternis en ontbinding - het zijn allemaal symbolen van de dood. De dood van het lichaam en de dood van het ego. Maar het leven bestaat onafhankelijk van de individuele persoonlijkheid, die in wezen niets meer is dan een luchtbelletje aan de oppervlakte van ons zelf. Het leven is machtig, chaotisch, bruisend. Als we ons eraan overgeven, zal Horus, de god van de opstanding, weer nieuw leven uit de chaos scheppen. Het Rad gaat zowel omhoog als omlaag.

De versie van Wirth legt nog sterker de nadruk op dit idee. Het Rad is op een boot in het water geplaatst. Ontbinding en chaos treden naar voren als de essentiële realiteit waarop het materiële universum is gegrondvest. Alle bestaansvormen, de geweldige variatie aan dingen en gebeurtenissen, zijn slechts tijdelijke scheppingen, voortgekomen uit de energie die de kosmos vult. Volgens een hindoemythe vernietigt Sjiva om de zoveel tijd, wanneer de uiterlijke vormen, zoals het ego, afgemat en bot zijn geworden, het gehele universum door de oorspronkelijke energie waaruit het universum is voortgekomen te bevrijden.

Het getal 10 doet denken aan 0. De Dwaas is niets - is zonder persoonlijkheid. Maar hij is, net als het getal 0, tegelijkertijd alles, omdat voor hem de levensenergie, de deinende zee onder de boot, direct aanvoelbaar is. In het Rider-spel staat er geen symbool op het middelpunt van het Rad. Wanneer we in het stille middelpunt van het bestaan aankomen en ons ego en onze angsten hebben verloren, verdwijnen alle uiterlijke vormen. We kunnen dit intuïtief aanvoelen, maar om het werkelijk te ervaren moeten we ons in deze duistere zee begeven, waar de persoonlijkheid afsterft, oplost en ruimte maakt voor het nieuwe leven dat uit de duisternis voortkomt.

In voorspellende zin betekent het Rad van Fortuin dat er een verandering in de omstandigheden van iemands leven zal optreden. De persoon in kwestie zal waarschijnlijk niet begrijpen wat de oorzaak van deze verandering is; misschien is er ook wel helemaal geen directe reden aan te wijzen, terwijl de betrokkene er zelf mogelijk ook niet verantwoordelijk voor is in gebruikelijke zin. Een groot bedrijf koopt bijvoorbeeld de firma op waar iemand voor werkt en dan wordt hij overbodig. Aan een liefdesverhouding komt een einde, niet omdat de partners elkaar slecht hebben behandeld, maar omdat het leven verdergaat. Het Rad draait verder.

Belangrijk bij veranderingen is altijd onze reactie erop. Aanvaarden we de nieuwe situatie en passen we ons erbij aan? Zien we ze als een kans en kunnen we er een bepaalde betekenis en waarde aan hechten?

Als het Rad rechtop verschijnt, staat dat voor aanpassing. Op z'n sterkst kan het duiden op een doorzien van de gebeurtenissen en een groter begrip van het leven. Het einde van een liefdesrelatie kan, ondanks de pijn die het veroorzaakt, een grotere zelfkennis bevorderen.

Omgekeerd wijst de kaart op een strijd tegen bepaalde gebeurtenissen. Deze is meestal hopeloos verdoemd, omdat de verandering al heeft plaatsgevonden en het leven als een stoomwals heenrolt over wie zich ertegen poogt te verzetten. Als de betrokkene echter altijd passief heeft gereageerd op alles wat het leven hem heeft gebracht, kan het omgekeerde Rad op een meer ingrijpende verandering wijzen dan slechts een wijziging van omstandigheden. Het kan de weg vrijmaken voor een nieuw besef van verantwoordelijkheid voor het eigen leven.