Rider Waite Tarot

XVI - THE TOWER

De Toren Evenals de Duivel heeft deze kaart een heleboel betekenissen. De ver­klaringen die door de meeste tarotboeken worden gegeven, hebben meestal betrekking op oppervlakkige morele lessen. Naar men zegt is de Toren het materialistische concept van het universum en de bliksem de vernietiging die een leven treft, dat slechts op materialistische be­ginselen is geschoeid. Zelfs hier treffen we een fijn onderscheid aan. Hoewel het erop lijkt dat de een of andere externe kracht de klein­geestige mens treft, is het geweld dat op de kaart is afgebeeld meer van psychologische aard. Iemand die alleen maar leeft voor zijn rijkdom, faam, en lichamelijk plezier en zowel de noodzaak tot introspectie als de spirituele schoonheid van het universum negeert, bouwt aan zijn ei­gen gevangenis. Want dat is de Toren met zijn grijze kleur, rotsfunde­ring en een gouden kroon als dak. De geest komt onder steeds toene­mende druk te staan, terwijl het onbewuste zich almaar meer laat gel­den. Men krijgt verwarde dromen; ruzie en depressies zijn aan de orde van de dag. Als deze tendensen onderdrukt worden, zal het onbewuste op een gegeven moment exploderen, op wat voor manier dan ook. Deze explosie kan zich manifesteren als de een of andere rampzalige ontwikkeling om ons heen: vrienden en familie keren zich van ons af, we raken ons werk kwijt, misschien worden we met gewelddadigheden geconfronteerd. Het mysterieuze feit dat een ongeluk nooit alleen komt, blijkt dan maar al te waar. Toch kunnen we ons afvragen hoeveel van deze problemen voortkomen uit het verwaarlozen of slordig af­handelen van bepaalde zaken, waarmee we dan worden geconfronteerd zodra we ons in een zwakke positie bevinden. En als problemen zoals ziekte, sterfgevallen, maatschappelijk-economische problemen of zelfs natuurrampen zoals stormen of onweer zich tegelijk met persoonlijke problemen voordoen, blijkt uit deze samenloop van omstandigheden dat het leven minder vanzelfsprekend is dan we denken. We moeten niet denken dat onze geest, of het leven, alleen maar rampen veroor­zaakt om ons te straffen. De vonken die aan beide kanten van de Toren omlaag komen hebben dezelfde vorm als de Hebreeuwse letter yod, de eerste letter van Gods naam. Ze symboliseren niet toorn, maar gratie. De kosmos en de menselijke geest staan ons niet toe voor eeuwig in on­ze toren van illusie en verdrukking gevangen te blijven. Kunnen we onszelf niet vreedzaam bevrijden, dan zullen de krachten van het leven wel voor een explosie zorgen. Daarmee wil ik niet zeggen dat we enige vreugde beleven aan deze pijnlijke ervaringen, die ons uit ons vaste patroon stoten, of dat we de heilzame werking ervan kunnen bevroeden, of zelfs maar dat dit pro­ces altijd in vrijheid resulteert. Heel vaak blijkt dat een rampzalige tijd of een periode van hevige emotie een uiterst fnuikende uitwerking heeft op een eens krachtige persoonlijkheid. Het gaat erom dat als het onbewuste geen andere uitingsmogelijkheden ter beschikking staan, het een uitbarsting zal veroorzaken en dat we deze ervaring kunnen ge­bruiken om een beter evenwicht in ons leven te bereiken. In sommige spellen luidt de titel van de kaart `Het Huis van de Duivel: Andere noe­men haar `Het Huis van God' en herinneren ons er daarmee aan dat de kracht die onze geestelijke gevangenis vernietigt van spirituele oor­sprong is. Er schuilt een diepere betekenis in het verband dat tussen het Huis van God en dat van de Duivel wordt gelegd, iets wat nog directer blijkt uit het feit dat het Hebreeuwse woord voor `slang' dezelfde getalwaarde als `messias' heeft (en daarom als equivalent geldt). De Duivel is de schaduw van God. Op de 15de kaart zagen we dat iemand die een een­heid met het leven tot stand wil brengen de door de bewuste persoon­lijkheid onderdrukte energie moet uiten. Door ons echter met de Duivel in te laten, brengen we de kalmte en het evenwicht van Matiging in gevaar. We laten de geest een wilde koers volgen, die tot de ont­ploffing van de Toren leidt. Jung heeft het bewustzijn beschreven als een dam die de rivier van het onbewuste blokkeert, zodat deze niet vrij­elijk kan stromen. Matiging werkt als een soort sluis, die alleen maar een bepaalde hoeveelheid water binnenlaat. De Toren vernietigt de dam volkomen en bevrijdt daarmee de opgesloten energie, die als een vloed­golf naar buiten gestroomd komt. Waarom riskeren we dit gevaar? Het antwoord luidt dat er geen andere manier bestaat om voorbij de bar­rière van het bewustzijn te komen, dat het leven in tegenstellingen ver­deelt en ons afsnijdt van de zuivere energie die diep in ons binnenste ligt opgeslagen. De voorhang van de tempel is de bewuste persoonlijk­heid die ons tegen het leven zelf beschermt. Mystici, sjamanen en an­deren verklaren dat de eeuwigheid een directe en alomvattende, over­weldigende aanwezigheid is. De onvoorbereide geest kan zulk een kracht niet in zich opnemen, en dus schiet ons bewustzijn ons te hulp door het meeste van deze levensenergie af te sluiten en ervaring aan tijd en het spel der tegenstellingen onderhevig te maken. Volgens mystici lijkt verlichting op een bliksemstraal, die de illusies van de materiële wereld in een verblindende flits vernietigt. Paulus had deze ervaring toen hij op weg was naar Damascus, en Boeddha kreeg de zijne onder de Bo-boom. Jaren van meditatie, gebed of occulte training vermogen niets te veranderen aan het feit dat de waarheid plotseling komt - of helemaal niet. Dat wil niet zeggen dat alle voorbereiding voor niets kan zijn. De ontwikkeling zoals die afgebeeld wordt in de eerste twee series kaarten van de Grote Arcana heeft een tweeledig doel. Niet alleen maakt ze ons innerlijk sterk genoeg om de bliksem te weerstaan wanneer deze ons treft, maar ze creëert tevens de juiste omstandighe­den en atmosfeer waarin de bliksem zich zou kunnen ontladen. Aan al­le occulte praktijken ligt hetzelfde beginsel ten grondslag: dat het mo­gelijk is om de bliksemflits der openbaring op te roepen en dat iemand concrete stappen kan ondernemen om dit proces op gang te brengen. Onder deze stappen worden onder meer begrepen het volgen van een leer, meditatie, de dood van het ego en ten slotte het accepteren van de Duivel. Door het bevrijden van deze energie kunnen we de barrières, opgeworpen door onze repressie, doorbreken en ons openstellen voor de bliksemschicht van de verlichting. Want de geest bestaat te allen tij­de; alleen zijn wij er blind voor. Door de duisternis van het zelf binnen te gaan, openen we onszelf voor het licht. Dit is natuurlijk een gevaarlijk proces. Wie onvoorbereid is, kan ver­strikt raken in de illusies van de Duivel. We zullen ook zien dat de be­vrijding van deze energie gevaren mee meebrengt, wanneer de psyche ze in het bewustzijn tracht te verwerken. De held die uit het hart van het labyrint terugkeert, kan verdwaald raken als hij zich niet terdege heeft voorbereid. ' De Toren toont de fase die volgt op de Hogepriesteres; de voorhang wordt verscheurd. Tegelijkertijd doet de bliksem aan de Magiër denken. De energie die door de Magiër heengaat, slaat hier toe. Ook vinden we kaart 1 en 2 terug in de twee afgebeelde mensenfiguren, de een in een blauwe, de ander in een rode mantel. De polariteit die op zoveel van de voorgaande kaarten wordt gesymboliseerd, wordt hier door de eenheid van het bestaan overweldigd en opgeheven. Als we het aantal yod-von­ken tellen, komen we tot tweeëntwintig, het aantal kaarten van de Grote Arcana. Zoals we zien is dit aantal gesplitst in tien en twaalf. De Soemeriërs gebruikten voor wereldlijke zaken het tientallig stelsel, maar voor spirituele aangelegenheden (o.a. de zodiak) het twaalftallig stelsel. Dit dualisme berust eveneens op een illusie. Beide werelden zijn manifestaties van hetzelfde spirituele vuur. Het beeld van een vernietigde toren doet ons denken aan de Toren van Babel. In letterlijke zin verklaart dit verhaal waarom er zoveel talen in de wereld worden gesproken, terwijl het ons in morele zin leert geen vertrouwen in menselijke vaardigheden te hebben (de Toren als het zinnebeeld van materialisme). Maar we kunnen ook een andere bete­kenis hechten aan de vernietiging van de Toren van Babel. De bliksem waardoor de Toren werd getroffen, was de stem van God, die direct tot de mensheid sprak in plaats van via de gewone verschijnselen van de stoffelijke wereld. Ogenblikkelijk vervangt Gods woord de menselijke taal die de Toren heeft gebouwd; openbaring komt in plaats van de stap voor stap met de zintuigen verworven kennis. Dit blijkt heel dramatisch wanneer op de joodse pinksterzondag door de nederdaling van de Geest de menselijke taal zich vervormt en onverstaanbaar wordt; men `spreekt in tongen' of produceert allerlei dierengeluiden. In trance kunnen sjamanen de taal der dieren spreken. De menselijke taal is een onderdeel van de cultuur, een beperking van het bewustzijn. Veel taalgeleerden, met name Benjamin Whorf, hebben aangetoond dat taal beperkend werkt op ons vermogen om de realiteit waar te nemen. Taal is een soort filter tussen ons en het universum. En de waarheid kan, naar mystici ons verzeke­ren, niet in woorden worden uitgedrukt. Het getal 16 (De Toren) kan tot 7 worden gereduceerd, dat (volgens Case e.a.) met de menselijke taal is geassocieerd. De goddelijke taal van de Toren vernietigt ogenblikkelijk alle fragiele constructies van de cul­tuur, de taal en het bewustzijn, en werpt ons terug in de chaos van de zee onder het Rad van Fortuin, de waterplas achter de voorhang op de kaart van de Hogepriesteres. In sommige opzichten is de Toren de meest complexe kaart van alle­maal. De subtielere betekenissen zijn strijdig met de meer voor de hand liggende. Net als bij de Duivel is de voorspellende betekenis voorname­lijk gebaseerd op de laatste categorie. Ze heeft gewoonlijk betrekking op (letterlijk en figuurlijk) zeer roerige tijden, dramatische veranderingen in bestaande situaties, het afbreken van betrekkingen, gepaard gaande met zeer negatieve emoties en geweld. Omdat de kaart zo'n `woeste' betekenis heeft, schrikken veel mensen ervoor terug. Deze reactie doet de vraag rijzen hoe we deze beangsti­gende beelden van de tarot moeten uitleggen. We moeten alle ervarin­gen leren gebruiken, zowel die van de Toren als die van de Geliefden. Als de Toren verschijnt, moet men in gedachten houden dat hij tot vrij­heid kan leiden; de explosies maken een einde aan een situatie waarin de spanning onverdraaglijk was geworden. Dit kan tot een nieuw begin leiden. Wanneer we zeggen dat het uiterlijk van de Toren gewoonlijk een on­plezierige ervaring inhoudt, beweren we hiermee nog niet dat de in­nerlijke betekenis nooit aan de orde zal komen. De kaart kan duiden op een plotseling inzicht, vooral als dit de verruiming van een heel be­perkte visie op het leven inhoudt. Alleen de intuïtie en ervaring van de kaartlezer en daarnaast de aanwijzingen van de andere kaarten kunnen de speciale betekenis naar voren brengen. De omgekeerde Toren behelst een aangepaste versie van de normale betekenis van de kaart. Het stormachtige geweld is geluwd. Tegelijker­tijd heeft de kaart dan echter een extra betekenis, namelijk `opsluiting' (`imprisonment'), om een term van Waite te gebruiken. Deze paradox wordt begrijpelijk, wanneer we bedenken dat de kaart normaal een be­vrijdende werking aangeeft. Ondersteboven betekent dit dat we niet be­reid zijn ons hieraan te onderwerpen. Door onze reactie stevig onder controle te houden verminderen we de pijn. Innerlijk duurt deze pijnlijke ervaring echter voort, omdat ze nooit volledig is verwerkt. Door de Toren tegen de bliksem te bescher­men, worden we zijn gevangene. (Op)gaven: