Rider Waite Tarot

XVIII - THE MOON

De werkelijke opgave van de derde serie kaarten is niet openbaring, maar de bewuste beleving van de extase. De Ster biedt geen weg terug. Ze laat ons verblijven in de heerlijke toestand van duister dat in licht getransformeerd is. Om dat licht te gebruiken moeten we een periode van omvormingen en angst doormaken.

De ervaring van de Ster gaat woorden en zelfs vormen te boven, hoewel we kunnen zeggen dat de waterstroompjes een aanzet zijn tot de wereld der vormen. In de Maan komt dit proces echt op gang in de vorm van visioenen, mythen en bepaalde beelden. De Maan is de kaart van de verbeelding. Ze geeft vorm aan de energie van de Ster en bewerkstelligt het bewustzijn daarvan.

Mythen zijn altijd vertekeningen. Wat eraan ten grondslag ligt, kan slechts heel gedeeltelijk tot uitdrukking worden gebracht en evenzo slechts aan bepaalde elementen van het zelf appelleren. De Ster beroerde de wateren; nu ons uiterlijk bewustzijn weer terugkeert, komen er wezens uit dit water tevoorschijn. We moeten overigens bedenken dat de Ster en de Zon hun eigen licht voortbrengen, maar dat de Maan het verborgen licht van de Zon weerkaatst. De verbeelding heeft een verdraaiende werking, omdat ze slechts een reflectie is van de innerlijke ervaring.

De mythologie leert ons dat het collectief onbewuste zowel monsters als helden bevat, angst zowel als vreugde. Daarom dekken we onze gevoeligheid af met de beschermende laag van het ego-bewustzijn, dat het duister en de grillige schaduwen van de Maan buitensluit.

Het schemerachtige licht van de Maan heeft altijd al merkwaardige gevoelens bij mens en dier opgeroepen. `Maanziekte' is een ander woord voor krankzinnigheid. In de Middeleeuwen geloofden de mensen dat de zielen van krankzinnige mensen naar de maan waren gevlogen. Onderzoek heeft aangetoond dat er meer zelfmoorden worden gepleegd ten tijde van volle maan. De maan roept een soort angst en bevreemding op, terwijl de zon een ontspannende, koesterende werking heeft. De tarot-Zon komt na de Maan; eenvoud kan men slechts ten volle waarderen na een reis door het vreemde maanlandschap.

De hond en de wolf vertegenwoordigen het `dierlijke zelf', dat door de kracht van de volle maan ontwaakt. De Keizer, die recht boven de Maankaart ligt, leerde ons de regels van de maatschappij zo goed dat we ze automatisch gehoorzaamden.

In de laatste serie breken we door deze `superego'-repressie heen; in dit proces komt het wilde karakter van het `id' naar boven. Een huilende weerwolf onder een volle maan is een levendige illustratie van de macht van het onbewuste om iets primitiefs en dierlijks in de nog ze respectabele mensen op te roepen. Als nummer 18 is de Maan met kaart 8 verbonden. Bij Kracht werd het dierlijke element getemd en voorbereid op de Heremiet. Deze voorbereiding ontbreekt hier; na de Ster keert het beest weer in al zijn wildheid terug. Pas wanneer de energie van de Ster volledig in de Wereld is geïntegreerd, is het dierlijke zelf volkomen getransformeerd. We zien dat op Kracht de vrouw (de menselijke kant) de leeuw haar wil oplegt. Zelfs bij de Duivel komen de demonen duidelijk als heel menselijk over. Maar op de achttiende kaart komen geen mensen voor. In dat schemerachtige licht houdt onze menselijkheid op.

Iets van de wildheid van de Maan kunnen we voelen, wanneer we uit een nachtmerrie ontwaken en de rillingen ons nog over de rug lopen. Deze gevoelens van verwildering zijn niet het gevolg van de nachtmerrie; het is eerder andersom. Eerder hebben we al gezegd dat dromen de `verbeelding' van de onbewuste energie zijn. Het droommechanisme kan maar een beperkte hoeveelheid energie opnemen en een uitbarsting van energie kan daardoor tot nachtmerries en lichamelijke spasmen leiden.

Krankzinnigheid gaat ook vaak vergezeld van onwillekeurige lichamelijke gewaarwordingen. Vaak neemt dit de vorm aan van een `verdierlijking'. Iemand gaat naakt op handen en voeten kruipen en begint als een wolf naar de maan te huilen. Een plotselinge uitbarsting van onbewuste energie heeft de persoonlijkheid volledig vernietigd. In de tarot komt dit uiterst gevaarlijke moment pas na lange voorbereiding, wanneer alle normale ego-problemen zijn verwerkt. De sjamaan ervaart eveneens deze transformatie; gedurende zijn trance handelt hij volledig als een dier. Maar hij ondervindt hier dankzij zijn jarenlange voorbereiding, en de ervaring van vele sjamanen voor hem, geen nadelige gevolgen van. Hij weet wat er met hem gaat gebeuren. Het getal van de Maan kan worden gereduceerd tot 9, de Heremiet. De spirituele leermeester is echter afwezig; we worden alleen met de Maan geconfronteerd. Maar dankzij de aanwijzingen die we eerder hebben ontvangen, zijn we toch in staat onze weg te vinden.

De betekenis van de rivierkreeft wijkt sterk af van die van de overige dieren. Heel treffend karakteriseert Waite hem als `datgene wat dieper is dan het wilde dier: Hij symboliseert de meest universele angsten in het collectief onbewuste, die in visioenen de vorm van naamloze demonen aannemen. Het naar boven komen van zulke verschrikkingen komt vaak voor bij mensen die door drugs of meditatie met hun `maankant' worden geconfronteerd. Sjamanen ervaren het op hun spirituele reizen. Het ontwaken van dergelijke angsten, die vaak worden gevisualiseerd in de vorm van uit het water of olie-achtige plassen verschijnende dieren, kan hevige paniek veroorzaken. Toch komen deze beelden uit onze eigen innerlijke wereld voort. En we moeten ze voorbij, willen we de Zon bereiken.

De rivierkreeft is half uit het water. Waite verzekert ons dat het dier nooit op het land kan komen, maar telkens weer in het water terug zal vallen. De diepste angsten zijn vaak aan geen enkele vorm gebonden. We voelen iets in ons binnenste, maar weten niet wat het is. Tegelijkertijd geeft de half ondergedompelde krab aan dat op de reis terug naar het bewustzijn de diepe, bij de Ster verworven inzichten vervagen, omdat we deze staat van bewustzijn niet vol kunnen houden. Dit is ook de reden waarom de Maan zo'n verontrustende kaart is. De vrede en verwondering van de Ster gaan hier gedeeltelijk verloren.

En toch - ondanks de verwildering en de angstaanjagende beroering kan het koele licht van de maan ook een kalmerende invloed hebben. Naar men zegt wast de maan aan de `kant van de genade; een verwijzing naar de zuil der genade in de kabbalistische Levensboom. Nog treffender is dat de druppels maanlicht die op de koppen van de dieren vallen yods zijn, de eerste letter van Gods naam en symbool der genade. Als we, dankzij onze voorbereiding en moed, de wilde dingen accepteren die uit onze diepste verbeelding omhoog rijzen, brengt de Maan ons vrede; de verschrikkingen nemen af en de verbeelding voert ons terug, rijker dan we gekomen zijn. Waite schrijft: `Wees stil, en er zal zich een kalmte over de wateren verspreiden'. De rivierkreeft zinkt weer weg in het water. Alles wordt weer rustig. En de weg blijft over. De weg leidt tussen twee torens door, wat doet denken aan een toegang tot een nieuw territorium. De poort is een veel voorkomend symbool in de wereld van mystici en sjamanen en verschijnt in tal van mythen. Vaak heeft hij de vorm van een cirkelachtig patroon, als in een mandala, of de een of andere landschapsformatie, zoals een grot. En poort wordt meestal vergeleken met de vagina. Hij verschaft ons toegang tot het `vreemde' landschap van de geest. De twee torens zijn de laatste manifestatie van het dualisme dat we voor het eerst tegenkwamen bij de zuilen van de tempel van de Hogepriesteres. Als de openbaring van de Toren niet in het normale leven wordt geïntegreerd, kan dit leiden tot een nieuw, scherper dualisme. Tegelijkertijd brengt het feit dat God tot ons heeft gesproken een volledige verandering teweeg in onze kijk op tegenstellingen. Terwijl voorheen het leven noodzakelijkerwijs een dualistisch karakter leek te dragen, weten we nu dat de realiteit in feite alles samenvoegt; terwijl eerder de voorhang ons ervan weerhield de twee zuilen te passeren, zijn we er hier al doorheen. We zien de Torens van ons bewustzijn vanaf de andere kant. Het is niet zozeer nodig om tot de innerlijke waarheid door te dringen als wel om haar mee terug te nemen.

Tot dusver hebben we hoofdzakelijk naar de verstorende aspecten van de Maan gekeken. Maar zoals we bij Dood en het getal 13 hebben gezien, is de Maan ook verbonden met de macht en mysterie van de vruchtbaarheid van de vrouw. De menstruatie (het woord menses houdt verband met `maand' en `maan') is iets wonderbaarlijks, omdat ongestelde vrouwen vreselijk bloeden en toch niet sterven. Tijdens de menstruatie zijn veel vrouwen voorts emotioneler en tevens mediamieker. Uit angst voor deze macht hebben mannen verontrustende mythen en taboes rond de menstruatie bedacht. Maar macht hoeft niet destructief of zelfs vreesaanjagend te zijn. Indien gerespecteerd verrijkt de lunaire paranormale ontwaking het leven.

In voorspellende zin wijst de Maan op een activering van het onbewuste. Vreemde emoties, dromen, angsten en zelfs hallucinaties dringen tot ons bewustzijn door. We zijn intuïtiever, mediamieker, paranormaler. In haar normale positie, dus rechtop, laten we dit gewoon over ons komen. Maar als de kaart ondersteboven ligt, blijkt hieruit een verzet tegen deze ervaring. Dit verzet leidt tot angst en vaak heel verwarde gevoelens, omdat we de kalmerende zijde van de Maan niet de kans geven om tot ons door te dringen.

Net als de Hogepriesteres wijst de Maan op een geestelijke bezinning. Ze kan aangeven dat we een of andere activiteit opgeven of simpelweg een periode van teruggetrokkenheid doormaken. In veel culturen trokken vrouwen zich gedurende de menstruatie terug uit het openbare leven. Daardoor konden ze zich beter overgeven aan hun innerlijke lunaire staat en de door de Maan teweeggebrachte beroering beleven in een veilige en zekere omgeving. In tarotlezingen hoeft de Maan niet letterlijk menstruatie of de terugtrekking uit de wereld te betekenen. Het verschijnen van de kaart kan in plaats daarvan, voor zowel mannen als vrouwen, een paranormale ontwaking en de noodzaak om daar aandacht aan te schenken aangeven.

Terwijl de Hogepriesteres stille intuïtie impliceert, geeft de Maan een beeld van opwinding te zien, uit het onbewuste oprijzende beelden. De omgekeerde Maan wijst weer op een verstoring, een weigering om zich van de zonnekant af te wenden en wellicht grote onwilligheid om de Maan te accepteren. Dit komt dan weer tot uiting in een zeer actieve houding en een sterke behoefte aan gezelschap enz. De Maan kan echter niet genegeerd worden en hoe meer we ons tegen haar verzetten, hoe groter het gevoel van angst wordt dat in ons opkomt. De geest, om redenen en volgens wetten inherent aan zijn eigen natuur, heeft zich naar de Maan gekeerd. Als we ons niet tegen deze ervaring verzetten, zal de angst in verwondering veranderen en de poort uitzicht bieden op een nieuw avontuur.

Meditatie