Rider Waite Tarot

XIX - THE SUN

Net als de Gehangene, die boven deze kaart ligt, geeft de Zon zowel het vreugdevolle moment te zien waarop men de zware test van de voorgaande kaart heeft doorstaan, als de voorbereiding op de dood en wedergeboorte, die uitgedrukt worden door de twee volgende kaarten. Gerechtigheid vereist handeling, een manifestatie van de kennis die we over onszelf hebben gekregen. Dit heeft tot gevolg dat de Gehangene een passieve houding uitdrukt. De Maan vereist passieve overgave, omdat we onmogelijk de uit het onbewuste oprijzende beelden en visioenen onder controle kunnen houden. De Zon geeft daarom een actieve, vitale toestand aan. Door de beangstigende beelden van de Maan over ons heen te laten komen, kunnen we deze energie naar buiten toe manifesteren en heel het leven laten stralen.

Onder de Zon lijkt alles eenvoudig, vreugdevol en lichamelijk. Het licht van het onbewuste uitgestort over het leven van alledag. De twee kinderen in de versie van Oswald Wirth (rechts) worden wel als het eeuwige zelf en het sterfelijk lichaam beschouwd. Hand in hand zijn ze met elkaar verenigd. De twee figuren met daarboven de Zon herinneren ons weer aan het driehoeksmotief dat we voor het eerst bij de Hiërofant tegenkwamen. Hier bemiddelen de vreugde en eenvoud van de Zon niet tussen de innerlijke en uiterlijke polen van het leven, maar voegen deze samen.

We zijn allen kinderen in zoverre dat we allen heilige kinderen van onze vader de Zon zijn, zoals zonvereerders geloven. We zien op de afbeelding, vooral bij de vrouwelijke figuur, dat we met volwassenen te doen hebben. Het voorspoedig passeren van de Toren heeft hun een kinderlijke eenvoud gegeven.

De tarot beeldt de diverse stadia van deze tocht af en werkt dus eveneens met een zekere opeenvolging in de tijd. Soms echter gebeurt alles ineens: de openbaring van de Toren, de innerlijke uitstraling van de Ster en de hevige angst van de Maan zijn stuk voor stuk voorbeelden van één enkel transformerend moment. Het gevolg is vreugde, een gevoel dat het gehele leven en de gehele wereld van een wonderbaarlijk licht zijn vervuld.

Verlichting bezit voor de meeste mensen dezelfde kenmerken. Ze is niet gebonden aan enige mythologie, dogma of psychologische theorie. Verlichting is een ervaring, geen idee. We voelen dat we door een uitbarsting van (soms gekleurd) licht worden getroffen, als de yod-vonken op de kaart van Wirth. Plotseling wordt de wereld als spiritueel en eeuwig ervaren. Verwarring en kortzichtigheid vallen weg. We voelen ons overmand door een extatische kinderlijke vreugde. Ik zeg wel `kinderlijk; maar de meeste kinderen zullen dit waarschijnlijk nooit en te nimmer ervaren, omdat de Zonnepersoon de kinderlijke angst voor duisternis te boven is gekomen.

Op zijn reis over de wereld ziet de Zon alles en dus vertegenwoordigt hij kennis. Aan goden die met de Zon worden geassocieerd, zoals Apollo, wordt universele kennis toegeschreven. De Zonnemens heeft het lucide gevoel dat hij het leven volledig doorziet en begrijpt. `Lucide' betekent niet alleen helder en direct, maar ook letterlijk `gevuld met licht'.

Het is interessant te weten dat Apollo, de god van het licht, uit Leto, de godin van de nacht, werd geboren en dat de voornaamste plaats die aan hem was gewijd, het orakel van Delfi, oorspronkelijk toebehoorde aan de godinnen der duisternis. Zelfs onder Apollo kwamen de wijsheid en het licht van het orakel uit de duisternis voort. Het was Apollo die er bij Oedipus op aandrong het mysterie in zichzelf te ontdekken.

De lentezon tovert nieuw leven uit de dode wintergrond tevoorschijn. Op velerlei plaatsen geloofde men dat de Zon niet slechts de aarde, maar ook alle vrouwen bevrucht. Toen de biologische gang van zaken werd ontdekt, betekende dit niet het einde van de rol van de Zon, maar werd deze op subtielere wijze voorgesteld. Men zag nu de ziel - de atman, het ware zelf - als zonlicht dat in het embryo was bevat. Volgens de boeddhistische mythologie was Gautama toen hij nog in zijn moeders schoot verborgen ging een en al licht, zodat haar buik straalde als een doorzichtig scherm voor een sterke lamp. Ook Zoroaster vertoonde zo'n machtige uitstraling in zijn moeders buik, dat de buren met emmers water aan kwamen rennen, omdat ze dachten dat het huis in brand stond.

De gnostici trokken dit idee nog verder door met de theorie dat de Zondeval de godheid in stukjes en beetjes had opgebroken. Het licht was in het individuele lichaam gevangen komen te zitten. Het was ieders plicht om dit door middel van gnostische riten weer uit het lichaam te bevrijden, zodat de eenheid hersteld kon worden. De kabbalist Isaac Luria predikte dezelfde stelling. De Levensboom, oftewel Adam Kadmon, de eenheid van het bestaan, was verbrijzeld, omdat hij niet bestand was tegen het goddelijke licht. Weer werd het licht gescheiden en gevangen, zodat iedereen de verantwoordelijkheid droeg om behulpzaam bij de `tikkoen' te zijn (d.w.z. de vereniging van het licht).

Hoewel deze leerstellingen uit zeer uiteenlopende tijden stammen, houden ze alle verband met de Zonne-ervaring die in alle culturen voorkomt. De Zonnemens ziet alles, elk mens, elk dier, alle planten en stenen, zelfs de levende en heilige lucht, verenigd door het licht waarvan het bestaan is vervuld. En toch is de Zon niet de Wereld. Bij de Zon nemen we waar dat het universum verenigd en levend is als een organisme. Bij de Wereld voelen we het.

In de conventionele afbeelding van de Zon staan de kinderen in een tuin, en dan nog meestal binnen een cirkel. Douglas noemt dit de `innerlijke tuin van de ziel; een gevoel van zuiverheid en heiligheid, een nieuwe Hof van Eden. Wanneer we de energie in ons bevrijden en transformeren, merken we dat de Hof van Eden nooit echt verloren is gegaan, maar dat hij altijd innerlijk heeft bestaan.

Het Rider-spel geeft een enkel kind te zien, dat een tuin uit rijdt. Voor Waite hield de Zonne-ervaring hoofdzakelijk het aanbreken van een enorme vrijheid in; hij kon zich daarom niet verenigen met de gezapige conventionele voorstelling. De kaart diende een element van losbreken te vertegenwoordigen, een wonderbaarlijke transformatie van het alledaagse beperkte bewustzijn in openheid en vrijheid.

De muur van grijze steen stelt het verleden voor, beperkt door een gering inzicht in de realiteit. Het bovenbewustzijn van de Zon wordt gekenmerkt door het gevoel dat we deel uitmaken van de hele wereld, meer zijn dan slechts individuen. Misschien kunnen we wat de gemeenschappelijke betekenis van de twee verschillende afbeeldingen betreft concluderen dat we, zodra we ons realiseren dat de Hof van Eden in onszelf bestaat, de vrijheid hebben om deze te verlaten en voortaan altijd met en in onszelf mee te dragen in het nieuwe leven dat we voor onszelf scheppen.

Het getal 19 impliceert een hoger niveau van 9. Het licht van de lantaren van de Heremiet, de wijsheid van zijn leer, komt hier in immense schittering terug als Abulafia's extatische derde graad van de kabbala. We zeiden bij de Heremiet dat de oude man en de kale rots noodzakelijkerwijs illusies waren, omdat het innerlijke zelf slechts door terugtrekking bereikt kon worden. Hier treedt de waarheid naar buiten; de stijve, in een mantel geklede Heremiet is getransformeerd in een stralend open kind. Het eerste element van 19 is 1. De kracht van de Magiër verbonden met de wijsheid van de Heremiet is bovenbewustzijn, de energie van het leven verbonden met haar betekenis en doel.

1 + 9 = 10, het Rad van Fortuin. Deze kaart gaf een beeld te zien van iets dat buiten ons lag en dat we poogden te begrijpen. Hier zien we vanuit onszelf een visioen van het leven. In dit visioen is geen plaats voor mysteriën of symbolen, alleen maar voor het lichtend universum.

In voorspellend opzicht is de Zon even eenvoudig en direct als de kinderen op de afbeelding. De kaart duidt op vreugde, geluk, een overweldigend gevoel van schoonheid. In diepste zin betekent ze dat we de wereld in een geheel nieuw licht zien, waarbij het leven door de ervaring van vreugde en licht een eenheid is geworden. Het is bovenal een kaart die optimisme, energie en verwondering uitstraalt.

Omgekeerd gaan de goede aspecten niet verloren, maar er treedt een verwarring op, alsof er een wolk voor de Zon schuift. Het leven bescheert ons nog wel eenvoudig geluk, maar het heldere inzicht dat de normale positie kenmerkt is sterk afgenomen. Onze luciditeit is overschaduwd en het kost ons grote moeite om de vonk van onze vreugde, dat geweldige geschenk van de Zon, te bewaren en weer te laten oplaaien.