Rider Waite Tarot

XXI - THE WORLD

Wat kunnen we zeggen over een begrip, een vrijheid, een vervoering die alle woorden te boven gaat? Het onbewuste bewust gemaakt - het uiterlijke zelf met de krachten van het leven verenigd - kennis, niet in de gewone zin van het woord, maar een voortdurende extatische levensdans - elke beschrijving doet deze staat maar gedeeltelijk recht.

We hebben de kaart al enkele malen naar voren gehaald en haar specifieke beelden besproken. Zowel het getal als de twee Staven verenigen de Magiër en de Hogepriesteres met elkaar. 2 + 1 = 3, de passie van de Keizerin verenigd met de machtige rivier die onder haar troon door stroomt. Ook op het Rad van Fortuin zagen we de voortekenen van de Wereld en wezen we erop dat de symbolen van deze kaart levende werkelijkheid op de Wereld zouden worden. Het Rad kan met elke kaart van de laatste serie worden gecombineerd. Het doel van deze serie is ons te verenigen met al die elementen die in de tiende kaart als uiterlijke visie werden aangemerkt. Wanneer de eenheid is bereikt, lossen de symbolen op in een dansende geest.

Wat getal en afbeelding betreft, zijn we de Wereld al bij de Gehangene tegengekomen. De Gehangene bestendigt zijn gelukzalige staat door volstrekte onbeweeglijkheid. Maar zelfs de Wereldboom is een illusie, in het leven geroepen door de behoefte van de geest om ergens houvast aan te hebben. Wanneer we ons geïsoleerde zelf hebben opgelost in het water onder het stralende gezicht van de Gehangene, leren we dat ware harmonie slechts in beweging kan worden uitgedrukt.

Alles beweegt in de kosmos. De aarde draait rond de zon, de zon draait rond het centrum van de melkweg; melkwegstelsels draaien om elkaar. Er bestaat geen echt middelpunt, geen plaats waarvan we kunnen zeggen: `Hier is alles begonnen, hier zal alles stoppen'. Toch moet dit middelpunt ergens bestaan, want de Danseres beweegt zich niet zomaar in de ruimte; de dans heeft een voortdurend bewegend, altijd sereen middelpunt, dat de bewegingen tot een eenheid maakt. Alles en niets komen voortdurend samen.

En dit brengt ons weer terug bij de Dwaas. Onschuld, leegheid, wijsheid, alles ineen. Zoals we in het begin hebben gezegd, zijn dit van alle kaarten van de Grote Arcana de enige twee figuren die bewegen. De ovale krans doet denken aan het uiterst symbolische getal 0. Het vertegenwoordigt het kosmische ei, het archetype van wat altijd in de kiem aanwezig is, en de mogelijkheden tot realisatie hiervan. Het zelf is overal in alle dingen tegenwoordig. De sjerpen onder en boven in de krans zijn in de vorm van oneindigheidstekens gebonden. Dat geeft aan dat het zelf niet gesloten is, maar open staat voor het universum.

Deze sjerpen zijn roodgekleurd, zoals de wortelchakra in de kundalini-symboliek. De Danseres heeft haar lichamelijkheid niet verloren. Ze opereert vanuit de materiële seksuele realiteit. Maar haar energie blijft voortdurend stromen, fluctueren, onafgebroken vernieuwen. Het groen van de krans symboliseert de natuurlijke wereld die niet is opgegeven, maar op een hoger plan is gebracht. Groen is ook de kleur der liefde en genezing; ze straalt harmonie uit, zelfs voor degenen die zich hiervan helemaal niet bewust zijn. Paars (de banier) is de kleur van de goddelijkheid, blauw (de hemel) die van communicatie. Als we weten dat goddelijkheid iets is dat niet buiten, maar in onszelf is te vinden, brengt onze aanwezigheid deze waarheid vanzelf over op onze medemensen.

In Sjiva, Heer van de Kosmische Dans, treffen we een parallel met de Wereld aan. Hij danst eveneens met opgeheven armen, één voet omhoog en de andere omlaag, en met een serene uitdrukking op het gezicht. In beide gevallen staat de rechtervoet in de materiële wereld, terwijl de opgeheven linkervoet de bevrijding van de ziel symboliseert. Wanneer we in harmonie met het leven komen, realiseren we onze vrijheid. De gelaatsuitdrukking is droevig noch vreugdevol, maar verraadt een diepe vrede; de armen verwelkomen elke ervaring.

De dansende Sjiva wordt vaak als tweeslachtig afgebeeld; de ene helft van het lichaam is Sjiva en de andere helft Parvati, zijn vrouwelijke kant. De esoterische traditie beschrijft de Danseres van de Wereld eveneens als een hermafrodiet; haar dubbel geslachtsorgaan wordt door de banier aan het oog onttrokken. Het is alsof hiermee wordt gezegd dat de eenheid die ze vertegenwoordigen ons begrip te boven gaat. Tijdens de bespreking van de Geliefden hebben we gewezen op het wijdverbreide geloof dat de mens oorspronkelijk tweeslachtig was. Intuïtief voelen we in onszelf alle vormen aanwezig, zowel mannelijke als vrouwelijke. De Danseres brengt al deze verschillende wezensaspecten tot uitdrukking en in harmonie met elkaar.

Hetzelfde gevoel dat deze geslachtelijke oerstaat in onze herinnering terugbrengt, heeft het idee geïnspireerd dat het gehele universum ooit uit één enkel menselijk wezen heeft bestaan. We vinden dit geloof terug bij de gnostici, Blake, in Duitse, Indiase en andere mythologieën en heel uitgebreid in de kabbala. Hier wordt aan deze figuur de naam `Adam Kadmon' gegeven, de oorspronkelijke schepping, voortgekomen uit de onkenbare God.

Adam Kadmon was tweeslachtig en wordt beschreven als zuiver licht, niet als een stoffelijk lichaam. Pas toen deze figuur in al de verschillende delen van het universum werd gescheiden, werd het licht door de materie gevangen. Het is buitengewoon fascinerend dat volgens moderne kosmogonische theorieën het universum oorspronkelijk uit één en dezelfde stof heeft bestaan. Toen de deeltjes hiervan begonnen te scheiden, hadden ze de vorm van zuiver licht. Pas in een later stadium, toen de deeltjes van elkaar geïsoleerd raakten, begon een gedeelte van de energie zich tot materie te verdichten, volgens Einsteins beroemde formule E = mc2.

Volgens de mythen was het uiteenvallen van de oermens een onherroepelijke ontwikkeling. Occultisten geloven echter dat herstel van deze oorspronkelijke staat mogelijk is. Door de ontwikkeling die in de Grote Arcana tot uitdrukking wordt gebracht in onszelf te laten plaatsvinden, raken we zodanig met het leven verenigd, dat wijzelf Adam Kadmon of Sjiva-Parvati worden.

Adam Kadmon wordt op de Levensboom betrokken, op de tien sefirot oftewel uitstralingspunten. We hebben reeds door middel van de 22 paden van de Boom een verbinding met de tarot gelegd. De Werelddanseres vertegenwoordigt door haar houding de meest gangbare vorm van de Levensboom. De Boom wordt als volgt getekend: Heel schematisch stelt de bovenste driehoek het bovenbewuste, de middelste het bewustzijn en de laagste het onbewuste voor; de punt onderaan, de wortel van de boom, is de materiële wereld.

Bij de Danseres wordt de bovenste driehoek gevormd door de bovenkant van het hoofd en de schouderpunten, de middelste driehoek door de handen en de genitaliën en de onderste driehoek door het kruiselings gebogen been en de rechtervoet. Al deze delen vormen toch een lichaam. Door ons op de Danseres te bezinnen, leren we dat het onbewuste, het bewuste en het bovenbewuste niet afzonderlijk van elkaar of als verschillende stadia mogen worden beschouwd, maar één geheel vormen. Maar waar past nu de tiende sefira, de wortel van de Boom, in het verhaal? We vinden deze niet terug in het lichaam, maar in het gehele universum, de bron van het zijn, waarin we ons bewegen.

Beschrijvingen, vergelijkingen, zelfs meditatieve beschouwingen kunnen slechts een gedeeltelijk beeld verschaffen van de wonderen die in de Wereld zijn vervat. Als deze kaart een voorspellende functie heeft, worden deze wonderen gereduceerd tot de gewone situaties waarop de meeste vragen betrekking hebben. Ze wijst dan op een grote mate van succes en bevrediging. In meer of mindere mate staat ze voor een harmonisering van iemands innerlijk gevoel met zijn uiterlijke activiteiten.

Omgekeerd duidt de kaart op stagnatie; de beweging en groei vertragen tot er bijna sprake is van stilstand. Althans daar lijkt het op. In werkelijkheid blijven de vrijheid en geestvervoering van de Wereld altijd in de kiem aanwezig en komen ze weer tot uiting zodra de persoon (weer) zo ver is dat hij de levensdans kan beginnen.

Dat zijn de betekenissen die we aan de Wereld kunnen hechten als het om voorspellingen gaat. Haar werkelijke betekenis is echter onkenbaar en kan alleen een doel zijn, een hoop, een intuïtie. De weg naar dit doel, de passen en de muziek van de dans, liggen besloten in de levende beelden van de Grote Arcana.