Rider Waite Tarot

XVIII - THE MOON

Het is nacht, het is een warme en zwoele nacht. Je loopt buiten door een maanovergoten landschap. Het is volle maan en de maan beschijnt het pad waarop je loopt zo helder dat je niet bang hoeft te zijn om te struikelen. Je kent dit gebied goed omdat je er vaak overdag hebt gelopen, maar 's nachts ziet alles er toch anders uit.

Nieuwsgierig kijk je rond. Kijk daar, die struik, die ziet er anders uit dan overdag. Het is nu net alsof dat gewas waar je overdag gedachtenloos voorbijloopt, in dit maanlicht vele geheimen herbergt.

Je snuift de nachtelijke geuren op. Misschien dat je een vleugje jasmijn ruikt, of wilde rozen. De warme nacht lijkt anders te ruiken dan overdag. Ook de geluiden zijn anders. Het is net alsof alle geluiden helderder zijn. Misschien komt het door de stilte, het gebrek aan geluiden die je overdag hoort, doet het ruizen van de bomen en het zachte geritsel van de struiken beter uitkomen.

Opeens herinner je je dat er iemand is, een persoon of een dier, die de omgeving nog beter kent dan jij doet. Je roept diegene en je stem klinkt helder door de nacht. Daar komt de persoon of dier aangelopen. Jullie begroeten elkaar, nemen de tijd om even de laatste nieuwtjes uit te wisselen, en samen lopen jullie verder door de maanverlichte nacht.

Je reisgenoot vraagt je even stil te staan. Jullie staan bij een watertje, een beekje of een sloot. Het water ruist zachtjes en je voelt hoe je door dat geluid nog kalmer wordt. Hij of zij wijst in de verte en daar zie je twee torens. Jullie lopen naar de linkse toren en je reisgenoot vertelt je dat je daar dingen zult gaan ervaren die heel anders zullen lijken dan overdag. Misschien merk je dat je steeds nieuwsgieriger wordt naar wat je daar aan gaat treffen.

Dan staan jullie daar aan de voet van de toren. Je reispartner vertelt je dat je van hier af aan alleen verder zult moeten gaan en jullie nemen afscheid. Je krijgt een envelop mee, die je mag openen, net voor je wakker wordt. Je steekt de envelop bij je en jullie nemen afscheid. Als je weer alleen bent, open je de deur, die erg zwaar blijkt te zijn en maar langzaam open gaat. Je loopt een grote wenteltrap op. Tree na tree, klim je naar boven. Met je hand tast je de muur af, terwijl je steeds hoger klimt. Je telt de treden en met elke stap die je omhoog doet, voel je je rustiger worden. Het tellen en het klimmen gaat een hele tijd door en je bent zo kalm dat het je niet meer uitmaakt hoe lang je nog moet lopen. Het is fijn om hier te lopen in die Uiteindelijk