Met de Drie komen we terug bij het thema werk. Werk mogen we zowel letterlijk opvatten als symbolisch voor spirituele ontwikkeling. De man links is een beeldhouwer, iemand die zijn kunst verstaat. Soms zien we deze kaart samen met Pentakels Acht, wat erop wijst dat de combinatie van noeste arbeid en toewijding zal uitmonden, of reeds heeft geresulteerd, in meesterschap.
Rechts zien we een monnik en een architect, die samen de blauwdruk voor de kerk vasthouden. De drie figuren geven aan dat het beste werk een combinatie is van technische vaardigheid (lucht), spiritueel inzicht (water) en energie en verlangen (vuur). Merk op dat de Pentakels een naar boven gerichte vuurdriehoek vormen; deze geeft aan dat werk ons tot hogere niveaus kan verheffen. Onder dit geheel zien we een bloem in een naar beneden wijzende waterdriehoek, die op de behoefte wijst om dergelijk werk wortels te geven in de werkelijke wereld en tevens op de behoeften van de gemeenschap duidt. Op grond van haar dualiteit kan deze kaart, zoals de Negen, dus verwijzen naar de werkelijkheid en naar het zich ontplooiende ik. Deze twee betekenissen sluiten elkaar niet uit. Eerder hebben we al gezien dat met open ogen en overgave verricht werk een `voertuig' voor ontwikkeling kan zijn.
De kaart ontleent haar betekenis ten dele aan het feit dat een dergelijk symbool voor psychische ontwikkeling wel voorkomt op de wereldse Pentakels, maar niet in de doorgaans meer exotische afbeeldingen van de andere kleuren.
Een verwijzing naar middelmatigheid: het gaat slecht met de lichamelijke of spirituele activiteiten, vaak vanwege luiheid of zwakte. Soms kan deze betekenis ook slaan op een algemenere situatie waarin weinig gebeurt en alles in feite in negatieve richting voortkabbelt dan wel uiterst langzaam, maar gestaag verbetert.